Iedere keer als Ingrid vraagt wat ik wil eten roep ik pesterig “Zeekreeft!” Maar ik kreeg het nooit. Tot vandaag: we vierden mijn verjaardag met de kinderen en een van de cadeau’s was een grote witte doos, waar beweging in zat… Je kunt je mij grote ogen voorstellen toen ik de doos opende en daar een levende zeekreeft in zag zitten… ’t Prachtige beestje keek me met twee grote parelende zwarte oogjes aan. Oef: dat betekende dat ik voor het eerst die drempel over moest waarvan ik me altijd heb gerealiseerd dat-ie er ooit zou komen: levend de pan in.
’t Prachtige beestje…Ik heb een mooie, klassieke verse court-bouillon gemaakt en daarna gezeefd. En toen was zover. Het ontsnappen van de lucht dat klinkt als een gil bleef gelukkig uit. En alles is gebruikt. Zelfs na het oppeuzelen en uitzuigen van kop en alle pootjes, heb ik de schalen en scharen nog even aangebraden en in de snelkookpan een mooi bouillonnetje getrokken. Morgen nog een lekker soepje dus. Geen kruimel verspild van het leven dat ik heb genomen.