Heb je hop?

Ineens zie ik verveine staan. Ik pluk een blaadje, wrijf het in mijn handen en ruik. Direct vliegt mijn geheugen zo’n 20 jaar terug naar een vakantie waarin ik over landelijke weggetjes kriskrassend naar Zuid-Frankrijk reed. Rond Puy en Velay heb ik bij toeval de verfijnde geur van verveine leren kennen. Het groeide langs de weg en leerde later op een terras dat Fransen verschil maken tussen thé en tissane.

Mijn herinnering maakte een spontane sprong naar een andere spontane ontmoeting met een nieuw plantje tijdens een latere vakantie op doortocht door Beieren waar ik hop ontdekte. Het bloemetje is vooral beroemd in Beieren (en de rest van de wereld) omdat het een een van de grondstoffen is voor bier. In de nieuwe bieren-trend geniet focus op hop weer een stijgende belangsteling door de karakteristieke smaak. In Gdansk heb ik daardoor IPA leren kennen, bier waarin hop alle ruimte krijgt. Ik raakte gefascineerd door dat eigenaardige groene bloemetje.

En spontaan hoorde ik mijzelf aan Janet vragen: “Heb je ook hop?” Aanvankelijk gewoon vanuit nieuwsgierigheid en ook een klein beetje verlangen naar het antwoord “Hè nee, sorry, dat heb ik hier niet…” Maar je antwoord was -uiteraard- anders.

“Hop? Nee, ik heb het zelf niet staan,” zei Janet en ik onbewust fleurde toch een beetje op, “maar de buurvrouw wel en het staat toevallig ook net in bloei!”

Tsja, dat kan natuurlijk ook nog. Was ik blij met dat antwoord? Ik had geen tijd om daar over na te denken, want voor ik het wist stonden we in de tuin van de buurvrouw en was ik hop aan het plukken. Ondertussen stopte ik een bloemetje in mijn mond en wist meteen dat het helemáál niet zo’n eenvoudig bloemetje was om iets mee in de keuken te doen en bierbrouwen is niet echt mijn ding. Me and my big mouth. Wat nu?

Onderweg naar huis moest ik weer aan Gdansk denken. Niet aan hop, maar aan het typisch Pools gedistilleerd Żubrówka, een soort vodka met een sprietje bisongras, erg lekker. Aangezien ik in Nederland geen bizongras heb kunnen vinden heb ik dat na proberen te maken omdat de smaak me aan iets heel anders deed herinneren. Mijn versie werd een nog veel lekkerder versie: in een fles vodka heb ik een tonkaboon een paar weken laten trekken. De overeenkomst was verbluffend, iets lekkerder zelfs…

Deze terugblik deed me onderweg naar huis afslaan richting de dichtsbijzijnde slijter om een fles jonge Bols te halen. Thuisgekomen heb ik de hop én de verveine 2 seconden in gekookt water gedoopt en daarna direct met een kookpincet in de fles jonge jenever laten zakken.

En nu staat-ie prachtig in de kast te wachten. Ik heb geen idee wat ik heb gedaan, maar over een paar weken laat ik je weten of het wat geworden is.

Drinkbaar. Of toch niet…

fullsizeoutput_dff1
Januari is een mooie tijd om jenever te test: na een half jaar te hebben getrokken wist ik het: Niet alleen drinkbaar, maar zelfs erg lekker!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *